Zomer 2008. De twaalfjarige Kamiel en zijn tomboy zusje Rune logeren drie weken bij Kamiels beste vriend Tuur en zijn ouders aan zee. Wanneer een luizenuitbraak wordt vastgesteld, worden de haren van de kinderen afgeschoren. Kamiel ontdekt dat Tuur hem niet als een ‘typische’ jongen ziet.
Hij doet er alles aan om bij Tuur en zijn coole vrienden te horen én nog belangrijker, hij wilt dat ze hem als een ‘échte’ jongen zien. Van de eerste keer bier drinken, leren meisjes nafluiten, een go-kart stelen tot de eerste keer masturberen en een duinbrand. Kamiel komt erachter dat iedereen anders omgaat met geld, seksualiteit, vriendschap...
Maar wanneer Rune door hen niet geaccepteerd wordt, zet het de relatie met zijn kleine zus onder spanning.
Kamiel is op zoek naar zichzelf, maar misschien is zijn zus juist degene die hem daarbij kan helpen.