Wanneer de norse mevrouw Dekkers door een Japanse aanklager wordt gevraagd om te getuigen op een tribunaal tegen de Japanse staat, herleeft zij haar geheime verleden als “troostmeisje” tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië en moet ze beslissen of haar rechtvaardigheidsgevoel sterker is dan haar schaamte en schuldgevoelens.