In de tijd voor het verleden en na de toekomst is er een stad waar woorden iets tastbaar zijn. Dat komt omdat die stad zeker 50 km van het tijdsbesef en ver voorbij het logisch denken ligt. In deze stad kan je woorden drinken net zoals wijn en sinaasappelsap. Voor dat je kan spreken moet je eerst je woordflesje opdrinken. De woorden kan je kopen in praatcafés. Rijkelui kopen er dure diepzinnigheden, arbeiders komen om stoere praat, arme mensen stellen zich tevreden met de schamele woordrestjes.
“Ampersand” werkt in het praatcafé van “Promille”. Hij helpt hem met het wegbrengen van bestellingen en het aanvullen van de schapjes met woordflesjes. Op een dag ontmoet hij de beeldschone “Cedille”. Ampersand is helemaal overdonderd door haar. Maar helaas heeft hij geen woorden om haar het hof te maken. De gladde, rijke “Procent” drinkt veel “Opschepperij” en “Leugens” en dat lijkt wel te werken bij de dames. Misschien moet hij dat ook eens proberen? Of niet?